Persoonlijk contact en meebewegen
“Je moet met de mensen kijken waar ze naar toe willen” zegt Yvette Couwenhoven, programmamanager van Gezond Samen Leven (regio Weert). “Het is onze rol om perspectief en risico’s te schetsen, maar uiteindelijk moet je meebewegen en daarbij de stip op de horizon altijd in je vizier houden.” Jolande van Meer, programmamanager Samen Gezond (regio Roermond), vult aan: “Daarbij is persoonlijk contact de sleutel tot succes. Tussen de partners onderling en tussen jou en de partners.” Tot zover zijn beide programmamanagers het helemaal met elkaar eens en deze uitgangspunten verklaren ook grotendeels het verschil in aanpak tussen de regio’s.
De opgave écht ervaren
Yvette Couwenhoven: “Na het formuleren van de ambitie in het voorjaar van 2018 kwamen de zeven initiatiefnemers van het netwerk al snel tot de conclusie: voor het realiseren van deze ambitie hebben we ook partners nodig uit de sectoren woningbouw en welzijn. Ze nodigden Wonen Limburg en Punt Welzijn uit om aan te sluiten bij het netwerk, deze accepteerden de uitnodiging en ondertekenden samen met de oorspronkelijke initiatiefnemers de programma-opdracht op 14 juni. Alle partners leverden teamleden voor het programmateam en met name met die groep zijn we in 2018 aan de slag gegaan. Ik vind het belangrijk dat deze mensen een team worden dat écht de netwerkopgave ervaart, voordat ze ermee in de buitenwereld aan de slag gaan. Daar waren mijn inspanningen in 2018 dan ook vooral op gericht. De eerdere regioanalyse van Weert liet al zien dat met name preventie aandacht moet krijgen, vandaar ook de keuze voor een gezondheidsnetwerk in plaats van een zorgnetwerk. Het programmateam koos ervoor om aan de hand van een kostenanalyse meer inzicht te krijgen in de knelpunten in de regio bij het ouder worden. Het inzicht is eind 2018 en begin 2019 aangevuld met ervaringen van inwoners en professionals die het beeld nog completer maken. Deze informatie is nu onze basis om plannen voor 2019 en verder te maken.”
De beweging op lokaal niveau is voelbaar
Jolande van Meer: “Op basis van de regioanalyse was het voor de stuurgroep in Roermond snel duidelijk dat de MALT-wijken de perfecte wijken zijn om een programma voor ouderen te starten. Het aantal ouderen in deze wijken neemt de komende jaren fors toe. Dus hier is een nieuwe aanpak nodig en bovendien goed meetbaar. Daarom werd van start gegaan met drie projecten rondom valpreventie, zodat er direct ervaring werd opgedaan met samenwerking in de vier wijken. Het programmateam koos ervoor om daarnaast te starten met een bestuurlijke aftrap in juni, waarbij alle regiopartners werden uitgenodigd en de vijf initiatiefnemers hun ambities nader toelichtten. Na de bijeenkomst gaven negentien organisaties aan bij te willen dragen aan het programma voor ouderen in MALT. Wat volgde waren diverse bijeenkomsten na de zomer voor inwoners en professionals uit MALT. Hen werd gevraagd naar hun ervaringen bij het ouder worden om zo knelpunten en kansen in beeld te brengen. Het programmateam vertaalde deze informatie naar een netwerkopgave en eerstefaseplan voor MALT met hierin voorstellen voor zeven interventies, waarvan er vier in 2019 starten.”
Leren van elkaar
“Door de aanpak in Roermond gaat het hier en daar knellen, waardoor urgentie ontstaat”, vertelt Jolande. Yvette: “In Weert gaat het meer geleidelijk, waardoor het (nog) niet knelt en urgentie dus ook minder voelbaar is. Het is pas over een paar jaar merkbaar of het fundament dat het afgelopen jaar is gelegd in beide regio’s ook leidt tot de gewenste verandering. ” Jolande: “Door de afstemming tussen Yvette en mij leren de regio’s ook van elkaar. Wij spreken elkaar maandelijks over de ontwikkelingen binnen de twee netwerken en trekken ook samen op indien dat past bij de behoeften van onze partners. Bijvoorbeeld bij de kostenanalyse die in beide regio’s heeft plaatsgevonden. De aanleiding en de wijze waarop we de informatie gebruiken, verschilt van elkaar. De aanpak van de analyse en de betrokken professionals zijn echter grotendeels gelijk, waardoor we effectiever werken én direct van elkaar leren. Ook gaan vanaf 2019 de voorzitters van beide netwerken ervaringen uitwisselen. Zo leveren we maatwerk voor een regio, maar maken we wel optimaal gebruik van alle beschikbare expertise.”